Op zaterdag 5 oktober was het zover. De al behoorlijk bejubelde voorstelling ‘Boys won’t be boys’ deed Rotterdam aan. In Theater Walhalla op Katendrecht (sowieso een erg leuke plek om je avond door te brengen) brachten Rikkert van Huisstede c.s. wederom een diverse groep jongens en mannen samen. Ze omschrijven zichzelf op hun website www.boyswontbeboys.nl als maatschappelijke beweging én theatervoorstelling: dansers, zangers, rappers, dichters en theatermakers laten zien dat het stoer is om je (als man) kwetsbaar op te stellen. Jongens die niet aan het mannelijkheidsideaal voldoen, doen helemaal niets fout en zijn juist wat we in de huidige tijd goed kunnen gebruiken.
Een duidelijk statement natuurlijk en wij zagen bovendien een fantastische voorstelling. Die was humoristisch, kunstig, kundig en met zeer veel variatie. De mannen en jongens uit de groep vertellen elk op hun eigen manier hun persoonlijke verhaal. Daarin is de afwisseling van humor en ernst essentieel. De boodschappen komen hierdoor erg goed binnen bij het publiek.
Na afloop was er uitgebreid de gelegenheid om door te praten met de groepsleden. Dat maakte de nabijheid en persoonlijkheid van de verhalen nog groter.
Voorlopig was dit de enige voorstelling in Rotterdam. Kijk op de website www.boyswontbeboys.nl in welke andere steden je de voorstelling de komende maanden kunt bezoeken. Wij zijn er echter van overtuigd dat dit niet hun laatste optreden in Rotterdam was. We zullen (maar willen ook!) nog veel van deze jongens en mannen horen. Een absolute aanrader!
Voor Rotterdammers is het gesneden koek; die weten hun weg wel te vinden naar de leukste terrassen van de stad. Maar voor bezoekers kan het nog knap lastig zijn om de coolste hotspots te vinden, waar je geniet van zon, drank en goed gezelschap. LiveLikeTom zet daarom voor jou de 11 leukste terrassen van (gay)Rotterdam op een rijtje.
‘I love the Night Life’
Tegenwoordig wordt het tijdstip waarop ik vroeger ging stappen opgeluisterd door ‘Gute Nacht, Freunde’ vanuit de wekkerradio. Voor mij is het nu dus meer “I loved the Night Life”.
Uit een recente brandbrief van drie wethouders Cultuur: “de nacht is van groot belang voor de aantrekkelijkheid van onze binnensteden en voor velen een belangrijk onderdeel van hun leven”. Dat laatste kan ik alleen maar beamen: heel veel plezier gehad en ’s ochtends met fluitende vogeltjes weer dwars door de stad, lopend naar huis. Want geld voor een taxi, toen…alles ging op in de kroeg of club.
Voor sommige dingen moet je de stad uit. Soms moet je daarvoor naar Amsterdam. Niet te vaak natuurlijk, maar af en toe. Zo ga ik naar de Stopera. Is het niet voor het zalmroze tapijt in de foyer dan wel voor de opera. Sinds het Onafhankelijk Toneel van het toneel is verdwenen, hebben we dat niet meer in onze stad. Zo zou ik naar Amsterdam zijn gegaan voor het theaterstuk ‘Weg met Eddy Bellegueule’, als het daar nog zou worden opgevoerd. Maar dat zit er nu even niet in.
Mateloos
Ik zou mezelf niet direct als een poëtisch type willen betitelen. Het enige gedicht dat ik uit mijn hoofd ken is ‘Stadsgezicht’ van Jules Deelder. Ik ben misschien te Rotterdams, nuchter en prozaïsch voor ‘Poëzie’. Maar in mijn boekenkast bleek ik, bij de grote coronaopruiming, toch over een volle plank met poëzie te beschikken. Dat begint met de bundel ‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’.
Deze avond voel ik het aan komen: ik ga uit en er is geen weg terug. Het knispert in de lucht en in de maagstreek is er sprake van prettige opgewondenheid. Als dat gevoel bezit van je heeft genomen, weet je hoe laat het is. Het aantrekken van de juiste strakke leren broek met blauwe bies is een goed begin. Verder moet de outfit niet te ingewikkeld zijn: een spijkerjack waar je wat in kwijt kunt. Het moet niet in de weg zitten. En mocht ik het in de loop van de nacht kwijtraken….
Nog 22 nachtjes slapen en dan weten we wie de opvolger van ‘onze’ Duncan Laurence is. Een van zijn voorgangers als winnares was de Italiaanse Gigliola Cinquetti. Dat was nog uit de tijd dat er een overzichtelijk aantal echt Europese landen meedeed. Met de artiest kwam ook een dirigent mee het podium op. Die was minstens zo belangrijk als de opnameregisseur nu. Het bellen langs de 12 hoofdsteden was ook toen al een fenomeen. In 1964 won de toen 16-jarige Gigliola: een pril, puur en ontwapenend meisje.
…per amarti
Geheel onschuldig zingt ze over haar jeugdige leeftijd. Ze is nog niet toe aan de liefde, het beminnen van haar vriendje. Die staat overigens op de b-kant van het plaatje: Sei un bravo ragazzo. Het ‘singletje’ sleep ik nog altijd achter me aan. Het was een van mijn eerste plaatjes. Om de een of andere reden vond ik dat van die ‘bravo ragazzo’ minstens zo leuk. Was het niet vanwege het gitaarloopje dan toch wel vanwege de Italiaanse jongen. Want zo ver ging mijn kennis van het Italiaans toen al wel.
#metoo reverse
Dat mijn voorkeur naar jongens uitging voelde ik al in mijn tienerjaren. Op mijn achttiende moest het dan maar gebeuren. Na een superspannende achtervolging op een zaterdagmiddag door de binnenstad ging ik met een jonge Indo-meneer mee. Binnen no-time had ik hem over zijn eigen bank heen getrokken. Ik denk dat hij wel een #metoo-slachtoffer was avant la lettre. Maar ik vond dat we wel lang genoeg om de hete brij heen hadden gedraaid op weg naar zijn huis.
Ganymedes
Hoe oud moet je zijn om aan de liefde toe te geven? En hoe kom je iemand tegen met wie je prettig die eerste stappen kunt zetten? In bars en clubs cirkelden de roofvogels over de jeugd. Al in de Griekse oudheid zette Zeus in de gedaante van een adelaar zijn klauwen in de fraaie Ganymedes. Nu gaat dat vaak ook digitaal, maar het principe is niet anders. Ooit hoorde ik van een man uit het Westland die zaterdagnacht om 2 uur de wekker zette om richting ‘Afterdark’ te gaan. “Als rijpe appelen; je gooit er nog een drankje in en…….”.
Apollo
Ooit was er voor de jongere gay of queer ‘Apollo’. Niet toegankelijk voor oudere adelaars. Daar was het misschien in de ogen van nu wat kneuterig, a-commercieel en gemoedelijk, maar je was er ‘onder elkaar’. Nu vervult The Hang-out 010 zo’n functie voor de jongere die nog aan het ‘scrollen’ is. Maar een speciale vrijdagavond in de maand in Ferry voor jongeren die zoeken naar hun ‘amore romantico, ma ora no’: hoe mooi zou dat zijn!
In de column van juni heb ik de vraag gesteld: “Is onze stad de omweg voor LHBT’ers waard?” Dit naar aanleiding van de expositie over Rotterdam als toeristische attractie in de afgelopen jaren (zie link voor een postume, virtuele rondleiding langs de expo en een link naar de film). Het leukste voor een columnist is wanneer erop wordt gereageerd. En op deze column in juni reageerde mijn goede vriend Evan van der Most.
“Maar jij ging nooit meer uit, man. Is toch zo?”
En dat is ook zo. De laatste keer was in Brussel. Met mijn goede vriend Eddy, in wat hij omgedoopt heeft tot het ‘Olifantenkerkhof’. Tsja. Bepaald niet ‘vaut-le-détour’, hoewel zeker knus qua omvang, met gastvrij onthaal en ouderwets gezellig met veel Oisterwijks hout. Zeg maar een Brusselse ‘Loge 52’.
Evan gaat nog wel op stap, ook in de nachtelijke uren (we spreken over BC = Before Corona). Hij wil zijn mening over het Rotterdamse uitgaansleven delen. Volgens hem staat ons een ‘Rotterdamse Summer of Love’ en een grote toekomst te wachten. Ik geef Evan daarover graag hier het woord.
Een heel aantrekkelijk imago
“Ik ervaar Rotterdam eerlijk gezegd al jarenlang als aantrekkelijke gaystad voor expats en toeristen, modern en met een levendig gayuitgaansklimaat. De ‘Keerweer’ op een dinsdagnacht om 3 uur in de ochtend: bom en bom vol. Dat heb je niet bij onze grote broer. En als gays hoeven we tegenwoordig niet per se meer naar enkel de gayuitgaansgelegenheden. We kunnen tegenwoordig overal veilig uitgaan. Binnen de internationale gay community heeft Rotterdam een heel aantrekkelijk imago om er te werken, te wonen of uit te gaan. Ik ging en ga binnenkort ook weer naar de Skihut, Coconuts op het Stadhuisplein, de Witte Aap op donderdagnacht, Strano, Worm, Bird, festival Boothstock of Biergarten op zondagmiddag. Binnen Europa heeft Rotterdam sowieso een positief imago met de unieke diversiteit. Die is er veel minder in Duitsland (vooral Turks), Frankrijk (vooral Noord-Afrikaans), Italië of Spanje.”
‘Oude Hans’
Met mijn motto op LinkedIn ‘Diversiteit maakt rijk’ ben ik het met het laatste natuurlijk helemaal eens. Maar om 3 uur in de nacht in de ‘Keerweer’ nog in de lampen hangen: daar doe ik denk ik niemand meer een plezier mee….
Dit doet mij denken aan de barman in Café Jacques. Die voorzag de vele Hanzen en Kezen op hun barbon van een ‘epitheton ornans’ zoals dat heet in Homerus. Dus je had ‘Mooie Hans’, ‘Kees Bril’. Ik was ‘Kees Stud’. Dat vond ik wel stoer. Totdat de barman zei dat ‘Stud’ stond voor ’Student’. Mwah, minder natuurlijk. Er was ook een ‘Oude Hans’; echt oud, niet zomaar boven de 40, maar echt met een roze strippenkaart van 65+. Ik heb me altijd voorgenomen de toevoeging ‘Oude’ bij ‘Kees’ in de kroeg voor te zijn. Het doet zo belegen aan.
Neemt niet weg dat er misschien hele hordes buitenlandse toeristen een omweg maken voor ‘ons’ Gay Nightlife, zoals Evan in zijn reactie stelt. Laat het maar weten! Altijd leuk om reacties te krijgen op een column, nu helemaal!